Vrijwilligerswerk is er in alle soorten en maten. Net als bij schrijven, ben ik van mening, kan je ook bij vrijwilligerswerk het beste doen wat je weet en kent. Hier heb ik mezelf in ieder geval wel altijd aan gehouden.
Er zijn diverse redenen om vrijwilligerswerk te gaan doen: omdat je tijd over hebt; het je een mooie ervaring oplevert die wellicht ook goed staat op je CV; je iets voor een ander kunt betekenen; en uiteraard de dankbaarheid die je ervoor terug krijgt.
Dit jaar besloot ik me op vrijwillige basis te gaan bezighouden met dat wat ik misschien wel het beste ken en het meest van weet: taal. Ik spreek meerdere en weet wat het is een nieuwe taal te leren. Daarbij is het onvermijdelijk dat je fouten maakt terwijl je dit kostte wat kost wilt voorkomen, zodat je niet dom overkomt. Maar dit begrip maakt mij juist zo geschikt als taalvrijwilliger.
Ik koos dus voor vrijwilligerswerk op het gebied van taal omdat ik dat ken en er wat van weet. Waarom? Om al die redenen die ik hierboven noem. Nu heb ik gekozen voor een project dat zich richt op jonge pubers. En laten we eerlijk wezen, pubers dankbaar? Misschien moeten de verwachtingen wat betreft dat laatste punt wat getemperd worden.
Wat ik er wél voor terugkrijg is dat ik in aanraking kom met een andere cultuur, ik op de hoogte blijf van de jongerentaal en het staat ook nog goed op mijn CV.
Eerlijk is eerlijk, ik ontvang ook dankbaarheid in de vorm van ‘high fives’. Mijn taalpupil is erg ambitieus en had zichzelf een duidelijk doel gesteld waarbij de cijfers in de brugklas omhoog moesten. Toen het rapport binnen was en ik geheel volgens verwachting een high five verwachtte, kreeg ik de volgende reactie: “Dat was zonder jou niet gelukt.”
Dat noem ik nou dankbaarheid. En dat ook nog eens van een puber.